Historiek

Historiek Zuidijzerpolder



De Zuidijzerpolder is ontstaan in 1971 als resultaat van de versmelting van 4 verschillende afzonderlijke Wateringen: de Watering van Woumen, de Watering van Merkem, de Watering van Noordschote en de Zuidwatering van Veurne. De eerste drie werden in de volksmond ook wel de Oostbroeken genoemd. Vanaf Reninge tot de Franse grens sprak men van de Westbroeken. De Zuidijzerpolder is met zijn 9.666 ha aanzienlijk groter dan de som van de vier voormalige Wateringen (≈6.500 ha). bij de fusie werden namelijk delen van de verbindende beekvalleien opgenomen in de Polder.


 

De Watering van Woumen

De Watering van Woumen had een oppervlakte van 1.150 ha en was gelegen tussen 2 en 6 m TAW. Het omvatte naast delen van Woumen tevens stukken van Esen en Merkem. De Blankaartvijver lag centraal in de Watering. De Steenbeek, Ronebeek en Kerkebeek voerden het water van 6.347 ha hoger gelegen percelen op de hoogten van Klerken en Houthulst aan. De Houten- en Stenensluisvaart leidden het water van de Blankaart af naar de IJzer. De Watering werd eeuwenlang gravitair afgewaterd via het Kooivaartje, de Houten- en Stenensluisvaart en de Walevaart.


 

In 1952 bouwde de Watering een pompgemaal nabij de monding van de Stenensluisvaart.  De bemaling via het pompgemaal beoogd een peil van 2,5m TAW een grote halve meter lager dan het normale IJzerpeil. De bemaling had niet tot doel om alle overstromingen te vermijden, wel om in het voor en najaar de waterstand vroeger, dan wel later laag genoeg te houden om landbouw mogelijk te maken.

 

De Watering van Merkem

De Watering van Merkem had een oppervlakte van 686 ha en bevond zich op een hoogte van minder dan 3 tot maximaal 4m. het grootste gedeelte strekte zich uit op het grondgebied van Merkem, een klein deeltje ook op dan van Woumen. Het afwateringsnet viel volledig samen met dat van de Watering van Woumen, maar wegens gebreke aan samenwerking moest de Watering zelf instaan voor de waterlozing in de IJzer via de Martjesvaart en de sluis van het Kooivaardeken of Zwarte sluis.

 

Aan de bouw van het pompgemaal in Woumen wou de Watering van Merkem aanvankelijk niet mee betalen. Daarom werd in 1952 het Kooivaartje afgedamd zodat de twee wateringen een onafhankelijke afwatering kregen. Een sluis tussen de Engelendelft en het Kanaal Ieper-IJzer moest nu mee instaan voor de afwatering. Na jarenlang getwist tussen de beide wateringen ging de Watering van Merkem toch overstag en sloot haar waternetwerk aan op het pompgemaal op de Stenensluisvaart.  De Watering van Merkem moest betalen aan de Watering van Woumen om de sluis open te zetten. het vertrouwen tussen beide was blijkbaar toch niet zo groot.

 

De Watering van Noordschote

De Watering van Noordschote had een oppervlakte van 512 ha en bevond zich op een hoogte van 3 tot 5m. ze lag op de grondgebieden Noordschote, Reninge en Zuidschote. De afwatering gebeurde via de Grote Kemmelbeek, de Landijkgracht, de Ieperlee, het Kanaal Ieper-IJzer en ten dele via de Martjesvaart. De grote Kemmelbeek lag tussen twee dijken en stond in voor de waterafvoer van de hoger gelegen gebieden buiten de Watering. De Landdijkgracht orde voor de lokale ontwatering via een systeem van terugslagkleppen.

 

De Zuidwatering van Veurne

De Zuidwatering van Veurne had een oppervlakte van 2.055 ha en bevond zich op een hoogte van 3 tot 5m. Ze lag op het grondgebied van Beveren, Oostvleteren, Reninge, Roesbrugge-Haringe, Stavele en Westvleteren en waterde ook af via de IJzer de Zuidwatering van Veurne had opvallend weinig waterbouwkundige kunstwerken. Bijgevolg was het normaal peil tevens het peil van de IJzer.


 

Wat brengt de toekomst?

In 2012 was er even toenadering onder impuls van de Provincie West-Vlaanderen om een fusie op te zetten tussen de Zuidijzerpolder en de Noordwatering van Veurne, maar deze samensmelting ging uiteindelijk om verschillende redenen niet door.


Op heden is het bestuur van de Zuidijzerpolder ervan overtuigd dat goed en adequaat waterbeheer van een complex gebied als dat van deze polder dient georganiseerd te worden op lokaal niveau. Hierbij is het van belang dat de afstand tussen polderbestuur en de ingelanden zo kort mogelijk is. De lage instapdrempel tot het polderhuis en het nauw contact met de lokale bestuursleden is hierbij van cruciaal belang.

info@zuidijzerpolder.be

Zwartestraat 7, 8647 Lo-Reninge