Om het onderhoud van de polderwaterlopen en de dagelijkse werking te financieren, int het bestuur hun eigen belastingen. De wet van 28 december 1967 bepaalt dat de Provincie de onderhoudskosten aan de onbevaarbare waterlopen van 2de categorie terugbetaalt aan de Polder. De onderhoudskosten aan de onbevaarbare waterlopen van 3de categorie worden terugbetaald door de Gemeentebesturen. Sindskort werden op uitzondering van Poperinge alle waterlopen van 3de categorie overgedragen aan de Provincie, waardoor ook zij instaan voor het terugbetalen van de onderhoudskosten. Om grotere investeringswerken uit te voeren, kunnen polders en wateringen beroep doen op subsidies van de Vlaamse overheid. Het noodzakelijk onderhoud van de niet-gerangschikte waterlopen valt volledig ten laste van de polder.
Inkomsten
De gewone inkomsten van de Polder bestaan uit:
Uitgaven
De waterhuishouding vormt de grootste uitgavenpost.
De wet op de Polders en Wateringen legt aan deze besturen de verplichting op jaarlijks een staat op te maken van de werken die in de loop van het jaar moeten worden uitgevoerd. Deze staat bevat een raming van de uitgaven en maakt een onderscheid tussen de onderhoud- en instandhoudingswerken en de aanleg- en verbeteringswerken.
De jaarstaat wordt voorgelegd aan de Deputatie van de Provincie en aan de betrokken gemeentebesturen, zodat deze besturen hun aandeel in de werken zouden kunnen voorzien op hun begroting.
info@zuidijzerpolder.be
Zwartestraat 7, 8647 Lo-Reninge